Trekken met die trekvis!
Als je van natuurfilms houdt dan ken je waarschijnlijk de beelden van de trek van de gnoes door de Serengeti. Zo trokken rendieren door onze streken tijdens en vlak na de laatste ijstijd. Maar het fenomeen van heen en weer trekken tussen verschillende gebieden beperkt zich niet tot herten. Insecten doen het, zoals vlinders, Vogels doen het, en… vissen.
Trekvis
Als je in een delta woont dan willen daar normaal gesproken allerlei vissen passeren. De volwassen vissen om vanuit de koude zoute zee naar hun warmere meer beschutte zoete paaiplaatsen te gaan, en de jongen om hun leven in zee te beginnen. Dat laatste is iets wat niet veel Nederlanders zich realiseren. En dat komt doordat het in ons land nog maar weinig plaatsvindt. Ikzelf herinner me nachtelijke autoritten over de afsluitdijk waarbij mijn vader de palingen probeerde te ontwijken die over de weg kronkelden. Maar daar bleef het bij.
Pas later leerde ik over de bijzondere trek van de paling, naar de sargasso zee. Volwassen palingen die een hele oceaan oversteken om zich voort te planten. Jongen die hetzelfde doen om hier als glasaal verder op te groeien.
Aelmere
Daar moest ik weer aan denken toen ik meer las over het Aelmere , het meer waaruit de Zuiderzee ontstond. De naam was afgeleid van het woord voor ‘groot (“All”) stond erbij, Persoonlijk denk ik er anders over. Een ael is een aal (of een ‘eel’ ). Aelmere. Palingenmeer. Het oorspronkelijke kleine zoetwatermeer, verbonden met de zee via het Vlie, waar diverse stroompjes in uitmondden, moet ideaal zijn geweest voor palingen. Ieder jaar kwamen ze in de herfst in grote getale aanzwemmen. Makkelijk om te vangen, te drogen, te roken, en op te slaan. Kostbare vetten en eiwitten, voor de aankomende winter, Nu ik erover schrijf moet ik denken aan de zalmen en de beren in Alaska. Zoiets.
Natuurlijk waren de palingen niet de enige vette en smakelijke trekvissen die hier passeerden. Zo waren er de zalm, de haring, de spiering, de ansjovis en de bot, En natuurlijk de steur! Maar ook de vissen die we minder goed kennen omdat we ze niet eten: houting, stekelbaars, fint, en elft.
Visweer
We weten dat de eerste bewoners van Nederland daar uitgebreid op visten. Zo hebben we hier in Almere een paar jaar terug een unieke vondst gedaan: een enorme visweer die gebruikt werd om deze langskomende vissen te vangen.

Een visweer bestaat uit schermen die de vis naar een fuik leiden. De Almeerse visweer is de grootste ooit gevonden in Europa. Hij bestond uit zo’n 3000 houten palen in een patroon van ruim 200 meter. De palen waren oorspronkelijk aan elkaar verbonden met gevlochten schermen. Op sommige plekken waren openingen waar de vissen de fuik in konden zwemmen.
De hoeveelheid vis die hiermee gevangen kon worden was fors. In de pers werd zelfs gesproken van een ‘groothandel in vis’. Het is dan ook waarschijnlijk dat de vis niet alleen gegeten maar ook (gedroogd of gerookt) opgeslagen, op de boten meegenomen en verhandeld werd.
Blokkade
Dat heeft mede bijgedragen aan de daling van de visstand. Nu we proberen om die weer op peil te krijgen worden er dan ook aanpassingen gedaan zodat de vissen weer kunnen trekken.
Meer weten? Google eens op ‘vismigratierivier’, en ‘vislift”.
https://www.nemokennislink.nl/publicaties/opgraving-almere-blijkt-vissenval-uit-de-steentijd/
https://www.leestekensvanhetlandschap.nl/visweer#
https://archeologieonline.nl/nieuws/unieke-visweer-gevonden-uit-de-nieuwe-steentijd