Hoe dit land zichzelf bouwde: Kwelders
Bij de fietsverhuur in Schiermonnikoog huurden we elektrische fietsen. We kregen er een waarschuwing bij niet de kwelders in te gaan, en vooral niet over de wankele bruggetjes te fietsen. Dat waren we niet van plan: we zouden vlak bij de duinen blijven.
Alleen begint de kwelder op Schiermonnikoog al direct na de duinen. Dus gingen we voordat we het wisten wel over zo’n wankel bruggetje over één van de geulen. Ging goed gelukkig. Zo wankel was het niet!
Kwelders zijn nog een vorm van land dat zichzelf bouwt. Het principe is simpel: vloedwater dat naar het eiland komt heeft snelheid, en draagt slib mee. Als het gestopt wordt ( door de duinen of de dijken) dan komt het tot stilstand, en het slib bezinkt, De ebstroom is langzamer dan de vloedstroom, dus een aardig deel blijft liggen. Zo groeit een zandbank, die op een gegeven moment boven water begint te komen. Als planten (zeegras!) al geen kans hebben gezien om te gaan groeien dan doen ze dat nu: vooral slijkgras grijpt zijn kans. Het is een grof soort gras dat je herkent aan de roodgroene tinten.

Nu het gras er is blijft er nog meer tussen de planten hangen. Bovendien stabiliseren de wortels de ondergrond. Andere planten krijgen hun kans. Geulen ontstaan die het water ( zeewater en zoet regenwater) afvoeren. Ziedaar: land!
Natuurlijk lijkt dit geen land zoals wij het willen hebben: het is zout. Het stroomt af en toe onder. En toch is het heel waardevol. Het beschermt bijvoorbeeld de kust. Het kan zelfs de stijging van de zeespiegel bijhouden doordat het slib blijft verzamelen! Maar zodra wij ingrijpen (door bijvoorbeeld een dijk aan te leggen) stopt dat. Er wordt geen slib meer aangevoerd, en het land groeit niet meer en begint in te zakken.

Een duivels dilemma! Het is hierboven goed te zien: de witte lijn rond de rechterkant van het eiland is de dijk die het eiland beschermt tegen de Waddenzee. Daarachter liggen de polders, met afwateringssystemen. Waar de dijk stopt begint de kwelder. Die zichzelf beschermt!