Een levende bodem – of geen bodem
Dat de grond onder onze voeten beweegt weten we nog niet heel lang. Toen ik op mijn zesde jaar een wereldbol van mijn grootvader kreeg was het idee nog nieuw! Beetje bij beetje werd ontdekt hoe continenten ontstaan, bewegen veranderen en vergaan.
Maar dat was alleen zichtbaar als je het bekeek over een tijdspanne van miljoenen jaren. Het leek me niet iets om binnen onze eigen tijdslijn rekening mee te houden. Totdat ik meer las over onze delta.
De bodem onder onze Nederlandse voeten ontstaat verandert en vergaat ook, maar, vergeleken met de rest van de wereld, op een supersonische manier. Het volgende stond even terug in het AD (4 februari)
“Wagenborg schrapt de komende periode afvaarten als het water in de Waddenzee, door het getij, lager staat dan van 1,4 meter beneden NAP( … ) De oorzaak van het schrappen van afvaarten is het dichtslibben van de vaargeul tussen de Friese kust en het Waddeneiland. Baggerschepen zijn dagelijks bezig deze diep en breed genoeg te houden, maar slagen daar niet in. Voor de veerboten moet de vaargeul minimaal 55 meter breed en 3,8 meter diep zijn.”

Het zand in de Waddenzee verplaatst zich dus zo snel dat Rijkswaterstaat het niet meer bij kan houden met baggeren, waardoor de veerboot naar Ameland geregeld niet kan varen. Je kunt er bij gaan staan en zien hoe het zand de geul vult bij het volgende getij. Supersonische erosie.
Dat heeft een aantal redenen. Onze bodem bestaat uit sedimenten. Zacht zand, zachte klei, kleine steentjes. Gemakkelijk te verplaatsen dus door wind en water. En deze bodem wordt normaal gesproken opgebouwd en bijeengehouden door de bewoners ervan. Duinen worden gevormd en bijeengehouden door grassen en mossen, dan door kruiden, kleine planten en struiken, totdat er bomen kunnen groeien. Zandplaten worden opgebouwd doordat slib wordt vastgehouden door wieren, zeegrassen en schelpdieren. Veen wordt opgebouwd door planten die de bodem vastleggen en er zelf aan bijdragen als ze afsterven. Graslanden, heidevelden, bossen: dieren en planten leggen de sedimenten vast en dragen er bij afsterven zelf aan bij. De sedimenten komen vervolgens tot leven en ondersteunen de planten en dieren. Dat gebeurt door het bodemleven: wormen, kevers, schimmels, bacteriën, algen, etc.
Je zou kunnen zeggen dat de bodem dus opgebouwd en onderhouden wordt door haar ecosysteem. Maar eigenlijk gaat het nog verder: de bodem IS het ecosysteem. Onze bodem is een levend geheel. Gaat ze dood, dan valt ze uit elkaar en verdwijnt ze. Kleigronden verdrogen verkruimelen en klinken in, veen verrot en verdwijnt, duinen waaien weg, zandbanken spoelen weg. Dood het ecosysteem dat de boel bij elkaar houdt en de bodem verdwijnt.
Met technologie hebben we dit gedurende een lange periode kunnen compenseren en maskeren. We gingen pompen waar het veen verdween en de bodem daalde. We spoten zand op om de duinen en de stranden (onze kustverdediging!) te behouden. We baggerden om vaargeulen en havens open te houden. we verhoogden dijken en vergrootten gemalen waar de kleigrond inklinkte. We mopperden over stuifzanden en droogte in de zandgebieden en boorden steeds dieper naar grondwater.
En nu zijn we duidelijk aan de grenzen van onze mogelijkheden als het gaat om compenseren en maskeren. Het wordt te duur, te ingewikkeld, en steeds minder effectief. Niemand kan de natuurlijke processen vervangen. We zullen ze terug moeten brengen.
Daar wordt dan ook volop mee geëxperimenteerd. Soms is dat een kwestie van een gebied met rust laten. Vaker moet een gebied worden schoongemaakt en opnieuw ingericht. En soms moeten dieren en planten helemaal opnieuw worden geïntroduceerd. Dat geldt bijvoorbeeld voor oesters en zeegrassen in de Waddenzee. Als dat lukt zullen dan zullen er straks opnieuw oesterbanken en zeegrasvelden zijn om het zand vast te leggen. En dan kan de veerboot van Ameland gewoon weer varen zonder dat Rijkswaterstaat zich een ongeluk moet baggeren.

Kijk ook eens hier: